top of page

Olaf Erwin - Hope, The Kitchen

2005 - Colour photograph, mounted on aluminium

Olaf Erwin - Hope, The Kitchen

Erwin Olaf (Hilversum, 1959) begint zijn carrière als fotograaf in de jaren 80 met foto’s waarin extremen in uiterlijk en identiteit de boventoon voeren. Ze tonen een exuberante, gestileerde en provocerende wereld. Glimmende lijven, naakte lichamen in al hun glorie en vastgebonden handen en voeten. Macht en seks zijn terugkerende thema’s. Olafs series zijn de ene keer over de top, de andere keer minder overdadig en meer eenvoudig. Zo toont Paradise the Club (2001) een psychedelische wirwar aan glitters, mannen en vrouwen in glimmend gouden slipjes, confetti, clowns, naakte vrouwen met gespreide benen, Pinoccio, een man in bondagekleding en een prinsesje met een baard. Fashion Victims (2000) is daarentegen meer ingetogen. Desalniettemin neemt het naakt nog steeds een prominente plek in. De foto’s tonen ontklede mannen en vrouwen met de geslachtsdelen dominant in beeld en niets anders dan een tas van een bekend modemerk over hun hoofd. Olaf maakt geënsceneerde foto’s. Als een regisseur stuurt hij zijn modellen. Op deze manier kan hij het beeld precies naar zijn hand zetten, hetgeen hem in de gelegenheid stelt het leven te componeren en de wereld mooier maken. In zijn meer recente werk onderzoekt Olaf de choreografie van het lichaam. Hoe beïnvloedt een bepaalde emotie iemands manier van bewegen? Eenzaamheid kent andere bewegingen dan vreugde. In de serie Waiting (2014) zoomt Olaf in op het wachten. Hoe zit iemand die wacht? Hoe ligt een hand op tafel, hoe ver staat een glas drinken bij iemand vandaan, hoe schuin houdt iemand zijn hoofd? De nuance van de emotie zit hem in de details en nano-millimeters. Het ambacht en de beheersing van de techniek zijn voor Olaf erg belangrijk. Behalve foto’s maakt hij ook films en videowerk. Daarnaast werkt Olaf in opdracht voor onder andere Diesel, Heineken, BMW, The New York Times, Elle en Le Monde. Olaf studeerde aan de School voor Journalistiek in Utrecht. In 2011 wint hij de Johannes Vermeer Prijs. Tentoonstellingen van zijn werk vonden plaats in onder meer het Fotomuseum Den Haag, de Hermitage Amsterdam, Chelsea Art Museum (New York) en het Groninger Museum.

bottom of page